De Antagonist. Beschadigen van geestelijke leiders

Geestelijk leiders in gemeenten liggen vaak onder vuur. Het beschadigen van geestelijke leiders komt veelvuldig voor en is een weinig onderkend probleem. Er zijn mensen die er een genoegen in scheppen hen ten val te brengen. Hoe herken je mensen die geestelijke leiders ten val willen brengen?

Download dit artikel als PDF

predikant, leider, preek, spreker14 Alexander, de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend: de Here zal hem vergelden naar zijn werken. 15 Neem gij u ook voor hem in acht, want hij heeft onze woorden zeer tegengewerkt.

– 2 Tim. 4:14, 15 (NBG)

Kwetsbaarheid leiders

Geestelijke leiders zijn kwetsbaar. Er is altijd iemand die op de loer ligt om ze aan te vallen. Natuurlijk, ‘de satan’ zul je denken. Dat kan zo zijn. Maar de satan heeft wel zijn ‘werktuigen’: mensen. Deze mensen staan onder zijn invloed. Het kan ook een oorzaak zijn die in die mens zelf ligt (psychisch).

Deze mensen die -bedoeld of onbedoeld- een werktuig van satan zijn, vind je in veel kerken en gemeenten. Immers, dat is de plaats waar de satan schade wil toebrengen, dát is het ‘strijdtoneel’!

Als de tijd rijp is in de ogen van deze mensen zetten ze hun plan in werking om de geestelijke leiders van een gemeente aan te vallen. Het doel? Het leiderschap, in het bijzonder voorgangers, van een gemeente kapot maken. Vaak met een ‘vrome ondertoon’ of door de leiders van een gemeente, voorgangers of predikanten ergens van te beschuldigen.

Psychiater M. Scott Peck zei dat sommige van deze mensen zo gemeen zijn dat de enige geschikte term om ze te beschrijven is dat ze kwaadaardig zijn.

Antagonisme

In Bijbelse zin is er sprake van antagonisme als het gedrag is dat gericht is tegen de geestelijke leiders in de gemeente. Met als doel dit gezag te ondermijnen of zelfs ten val te brengen. Dat is het onderwerp en de definitie waar we hier dan ook mee werken.

Psychische aandoening

Ook in de privé sfeer krijgen mensen soms te maken met mensen die, volgens de (Engelse) definitie, verdeeld zijn door innerlijke conflicten. Dit artikel gaat daar niet over. We hebben dan namelijk van doen met een, volgens experts, ‘psychische aandoening’. Ik ben daar geen expert in en zou niet weten wat de juiste term (in het Nederlands) er voor is. Stg. Promise schrijft er over: “Uit medisch oogpunt bezien is het mogelijk dat deze mensen lijden aan persoonlijkheidsafwijkingen of psychische kwalen, asociaal gedraag grenzend aan paranoia, narcisme enz.”. Het zou mij niet verbazen dat deze mensen inderdaad last hebben van bepaalde psychische problemen of afwijkingen – zeker als we gaan zien wat hun gedrag is binnen de gemeente van onze Here Jezus. Maar zoals gezegd, dat is niet het onderwerp van dit artikel.

In de antagonist herken ik zelf veel narcistische eigenschappen. “De narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) is een stoornis waarbij mensen zich verheven voelen boven anderen. Mensen met een NPS hebben een bovenmatig gevoel van eigenwaarde en kennen een slecht inlevingsvermogen. [..] Door de extreme eigenliefde heeft de patiënt het gevoel bijzondere rechten te hebben. De persoon heeft onredelijk hoge verwachtingen ten opzichte van de omgeving en toont zich in de omgang arrogant. Om de eigen doelen te verwezenlijken maakt men bovendien misbruik van anderen. Ze overdrijven hun eigen vaardigheden en beelden zich successen in op zowel het werkgebied als in de privésfeer.” (Ensie)

De Antagonist

Er is dus een naam voor deze mensen: Antagonisten. Een antagonist is een tegenpool, een tegenhanger of een tegenwerker. (Wikipedia).

Is het niet opmerkelijk dat de satan ook de ‘tegenstander’ of ‘tegenwerker’ heet in de Bijbel: “de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet” 2 Tess. 2:4.

Dr. Kenneth Haugk, een klinisch psycholoog, definieert pathologische antagonisten als “individuen die, op basis van niet-substantief bewijs, hun best doen om onverzadigbare eisen te stellen, waarbij ze gewoonlijk de persoon of prestaties van anderen aanvallen. Deze aanvallen zijn egoïstisch van aard, mensen worden afgebroken in plaats van opgebouwd, en zijn vaak gericht tegen mensen met een leidende hoedanigheid.”

G. Llloyd-Rediger beschrijft deze antagonisten als “geestelijken-moordenaars”, die als hun enige hoofddoel hebben de predikant te misbruiken of te kwetsen in de mate dat ze de bediening zullen verlaten. Rediger merkt op dat dit misbruik “in epidemische proporties toeneemt … het is een fenomeen dat door zowel onderzoek als ervaring wordt geverifieerd.” Hij identificeert moordenaars van geestelijken als “mensen die opzettelijk predikanten aanvallen om ze ernstig letsel toe te brengen of te vernietigen”.

Het doel van de ‘antagonist’ is dus het te gronde richten van de bediening van een geestelijke leider, voorganger of predikant. Daar scheppen zij plezier in! Zij genieten er van, in hun onstilbare honger om anderen te vernietigen, dat een geestelijk leider kapot gaat. En, met de val van een dergelijke leider, vaak ook een kerk of organisatie!

Je kunt deze antagonisten dus ook aantreffen bij bijvoorbeeld de redacties van (christelijke!) bladen en kranten – waar ze, als redacteur of journalist, er genoegen in scheppen geestelijke leiders of kerken aan te vallen waar en wanneer ze maar kunnen. Maar dat is nu even niet het onderwerp.

Wat er aan vooraf gaat..

Vóór het zo ver komt dat de antagonis openlijk de aanval inzet is er vaak al een lange periode van insinuaties, beschuldigingen en kwaadsprekerij via email, brieven, telefoontjes, ‘suggestieve gesprekken’ en vragen aan vooraf gegaan: “Zou het niet eens zo kunnen zijn dat…” of “ik heb gehoord dat het neefje van de voorganger heeft gezegd tegen iemand dat onze voorganger…” of, direct beschuldigend: “ik zie de voorganger wel érg vriendelijk zijn met zuster X, het zou mij niet verbazen als hij een oogje op haar heeft. Erg hè, voor zijn vrouw ook..”.

Ook zie je vaak indirecte aanvallen. Bijvoorbeeld als men een voorganger wil beschadigen doet men dat via zijn gezin: “de vrouw van de voorganger loopt wel érg vaak in nieuwe kleding, waar doen ze dat allemaal van, .. ”. Of “ik heb gehoord dat de zoon van de predikant gezien is samen met andere jongens in het uitgaanscentrum en dat de drank rijkelijk gevloeid had!”. Zo’n laatste is een hele gemene: beide uitspraken in de zin kunnen waar zijn, maar niet gerelateerd! Zodat de kwaadspreker nooit beschuldigd kan worden van kwaadsprekerij maar de ‘ontvanger’ van de boodschap trekt beide beweringen samen en concludeert: “de zoon van de voorganger is een dronkelap”.

De ergste vorm van stemmingmakerij, middels hele ‘vroom klinkende’ roddel: “laten we bidden voor onze broeder, hij heeft hard onze voorbede nodig want ik hoorde dat…” en vervolgens komen er roddels op tafel.

Stemmingmakerij waar het slachtoffer, de leider die ten val gebracht gaat worden, zich niet tegen kan verdedigen want: het gaat acher zijn of haar rug om.

De aanvallers van de geestelijke leiders zorgen dat er zodoende een ‘probleem’ ontstaat. Ze suggereren bijvoorbeeld dat er financiële problemen in de gemeente zijn. En welke kerk heeft er nu géén gebrek aan geld? Of er wordt gesuggereerd dat de geestelijk leider ‘oneerbaar’ is, oneerlijke handel en wandel heeft, of ‘ongeestelijk’ is. Hoe dan ook, linksom of rechtsom wordt er door een aanvaller een web gemaakt van allerlei aantijgingen, halve waarheden, uit zijn verband gerukte uitspraken of gedragingen en ga zo maar door om de positie van de geestelijk leider te ondermijnen. Dit wordt vaak lange tijd voorbereid om vervolgens tot de aanval over te gaan.

Persoonlijke frustraties

Soms zijn de aanvallers ook mensen die gefrustreerd zijn over hun eigen (mislukte) leven. En vinden dat de geestelijke leiders moeten boeten er voor. Een voorbeeld van een predikant:

frustratie mensen houten figuurtjes
(Image by Ulrike Mai from Pixabay)

In mijn eerste kerk verwelkomde ik een echtpaar dat aanzienlijke problemen had in hun huwelijk. Na veel gebed en raad viel hun huwelijk uiteen. Kort daarna ontving ik verschillende brieven van de vrouw waarin ik op de een of andere manier de schuld kreeg voor het uiteenvallen van het huwelijk en verschillende kerkelijke ellende. Ik heb oprecht geprobeerd haar zorgen weg te nemen, maar op de een of andere manier was het nooit genoeg. Zelfs een verontschuldiging zou niet voldoende zijn. Ik dacht bij mezelf: waarvoor bied ik mijn excuses aan? Het huwelijk werd verbroken lang voordat ik raad aanbood, ik probeerde oprecht te helpen, maar op de een of andere manier kreeg ik de indruk dat het allemaal mijn schuld was! Ik snap het niet? Eerst werd ik als een redder begroet, en nu als een boeman.

[..]

In mijn tweede pastoraat kwam ik een oudere heer tegen die een chronische antagonist was. Ondanks pogingen om aan zijn eisen te voldoen, werd ik het slachtoffer van een subversieve campagne om mijn bediening te bestrijden. Het bracht me letterlijk op mijn knieën. Maar ik denk niet dat ik er het ergste van heb meegemaakt. Horrorverhalen komen vaak voor, aangezien predikanten en kerkleiders lijden onder wraakzuchtige mishandeling die wordt ontketend tegen hun fijne bedieningen.

De mevrouw uit het voorbeeld schuift dus niet alleen haar persoonlijke problemen op de predikant af, ook krijgt hij en passant de schuld van allerlei andere (kerkelijke) problemen. Wanneer zij binnen de gemeente gehoor krijgt, bijval krijgt, van anderen is het hek van de dam. Net als in het tweede voorbeeld. Het zijn aantijgingen en aanvallen waar een geestelijk leider zich maar amper tegen kan verweren.

De Aanval

De oplossing voor de zogenaamde problemen die de aanvallers altijd voorstellen is eenvoudig: als de leider(s) van de gemeente, de voorganger, de predikant, vertrekt zijn alle problemen opgelost. Dat daarmee het eerdergenoemde uitelkaar gevallen huwelijk van mevrouw helemaal niet hersteld wordt doet in zo’n geval helemaal niet terzake. De predikant is schuldig, in hun ogen, en “moet vertrekken”.

Natuurlijk zal dat nooit zomaar kunnen; dus stel de aanvaller voor aan de raad van de gemeente of via een bijzondere ledenvergadering dat er een ‘onderzoekscommissie’ komt. Met mensen die, uiteraard, liefst tot de initimi van de aanvaller behoren of mensen die de aanvaller al in zijn invloedssfeer heeft. Of er wordt op aangestuurd om de voorganger voor te stellen ‘zelf maar af te treden’ want ‘dat is beter voor het herstellen van de eenheid in de gemeente’.

aanval gevecht strijd
(Image by Alexander Lesnitsky from Pixabay)

De aanval is al een tijdje aan de gang, maar de geestelijken-moordenaar zet, als de tijd rijp is, zijn aanvalsplan op de agenda van het officiële bestuur van zijn kerk. Hij zorgt ervoor dat de predikant niet aanwezig is. Het bestuur zal worden opgeroepen voor raadsvergadering, wat betekent dat er geen buitenstaanders worden uitgenodigd en dat geldt ook voor de voorganger. Voorgangers en andere stafleden zijn gewoonlijk ‘buitenstaanders’ voor dergelijke officiële raden.

Tijdens deze cruciale bijeenkomst legt de geestelijken-moordenaar zijn beschuldigingen voor het verzamelde lichaam van (leken)leiders. Hij zal allerlei gegeves zoals statistieken gebruiken om zijn beschuldigingen kracht bij te zetten. Een gemeenschappelijk doel is de financiën van de kerk, aangezien de meeste kerken nooit genoeg geld hebben. Het tekort aan geld kan gemakkelijk worden toegeschreven aan het zogenaamd falend leiderschap van de voorganger.
– Dr. Guy Greenfield, The Wounded Minister

In het verleden heb ik het een keer zien gebeuren in een gemeente; binnen de raad was er onenigheid – twéé van de raadsleden nodigden schriftelijk alle gemeenteleden uit voor een ‘bijzondere ledenvergadering’, waarbij het raadslid dat ze onderuit wilden halen níet uitgenodigd werd. Het doel was betreffende raadslid, met steun van een bevriende predikant, uit zijn functie te ontheffen. Op de een of andere manier (“je verrader slaapt nooit”) kreeg het raadslid dat onder vuur lag lucht van de bijeenkomst en kwam ook opdagen. Wat resulteerde in een tumultueuze bijeenkomst.. (reden voor mijn vrouw en mij deze gemeente te verlaten overigens, wij wilden geen deel zijn van en aan deze strijd).

Leiderschapscrisis

Dergelijke situaties zorgen voor een leiderschapscrisis.

Deze leiderschapscrisis zal uiteindelijk voor de gemeente resulteren in een of andere officiële hoedanigheid, waar het mogelijk is dat een openlijk conflict zal ontstaan. De meeste voorgangers hebben vrienden en supporters (binnen de gemeente) waarvoor de coup onverwacht komt en deze vrienden zullen proberen hun steun te geven. Het is vaak al te laat om het ontslag van de leider te voorkomen, maar er kan van alles gebeuren: een kerksplitsing – waarbij sommige leden erop staan ​​dat de afgetreden predikant een nieuwe gemeente sticht – of met het vertrek van verschillende leden op een ongeorganiseerde manier die elders lid worden. Of de geestelijke leider vertrekt.

Op zo’n moment raakt de misbruikte geestelijke leider vaak in een depressie of is op zijn minst ontgoocheld. Twijfelt aan zichzelf. De reputatie is beschadigd, er is bij de leider zelf vaak (geestelijke) schade, er is materiële schade (immers: werkloosheid). Maar ook het gezin van de geestelijk leider raakt er vaak door ontwricht. De partner en kinderen voelen zich in het openbaar in verlegenheid gebracht. Vriendschappen, vaak binnen de gemeente, worden er door stukgemaakt. De bijkomende schade kan dus immens zijn!

De tegenstander heeft zijn doel bereikt. Op zijn minst is de geestelijke leider (zwaar) beschadigd geraakt. En in het ergste geval lopen er véle mensen beschadigd rond en het getuigenis van de gemeente of kerk, naar de buitenwereld toe, is ernstig beschadigd geraakt.

Mensen die dit is overkomen, en ik heb ze gekend en ken ze, vertellen je vaak de meest verschrikkelijke verhalen – hoe ze ‘onderuit gehaald werden’, in de steek gelaten werden en hoe het werk dat ze al die jaren als trouwe dienstknechten deden tot de grond werd afgebrand. Door toedoen van anderen die “met een schijn van godsvrucht” hun leven verwoest hebben. We moeten deze mensen op een afstand houden, zegt Paulus in 2 Timoteüs 3.

Onderken de Antagonisten!

Helaas echter laten mensen vaak hun oren maar wát graag juist hangen naar de kwaadsprekers. Ook Christenen! Hoe kan dat? Omdat we ze niet onderkennen!

Wie zijn ze?
Dit zijn geen normale mensen, gemiddelde klagers, critici en typische dissidenten die over het algemeen niet tevreden zijn over het leven zelf. Over het algemeen zijn er maar heel weinig van hen, een of twee in een gemiddelde gemeente, maar ze zijn dodelijk en ze hebben de gave om een groep mensen om zich heen te verzamelen met “veel voorkomende klachten” en meningsverschillen in de kerk. Ze kunnen gemakkelijk de illusie wekken dat er hordes mensen tegen de voorganger zijn.

Bedenk: “Bad news travels fast”. Als er een paar “klagers” zijn die de voorganger of predikant op de korrel nemen met oneigenlijke “klachten” of beschuldigingen dan wordt dat eerder ‘gehoord’ dan wanneer mensen juist zeer tevreden zijn.

Je kunt daarbij denken aan de mensen die zich tegen Mozes keerden in de woestijn; het ‘gepeupel’ of ‘samenraapsel’ worden ze genoemd. Maar ze wisten wel het hele volk mee te slepen in de opstand tegen God en zijn aangewezen leider, Mozes! Numeri 11:4,5.

Voor deze mensen is hún plan uitvoeren het meest belangrijke dat er is; ten koste van alles. Gaat de gemeente er aan kapot? Het is niet anders; hun plan moet uitgevoerd worden: koste wat het kost móet de geestelijke leider of leiding van een gemeente kapot gemaakt worden. Bedrog, manipulatie, anderen beschuldigen, feiten verdraaiien of in een andere -onjuiste- context weergeven.

Moordenaars van geestelijken zijn meesters in intimidatie en gebruiken het om de fatsoensregels en zorg te schenden die de meeste christenen proberen te volgen. Intimidatie is een krachtig wapen… daarom worden predikanten en zij die de predikant steunen gemakkelijk geïntimideerd door deze overtuigende en charmante religieuze aanvallers. Moordenaars van geestelijken zijn vermomde experts als ze zien dat dit in hun voordeel zou zijn. Ze zijn in staat om zichzelf voor te doen als vrome en spirituele kerkleden, die hun vernietigende werk doen ‘voor het welzijn van de kerk om Gods koninkrijk te bevorderen’. Ze kunnen naïeve kerkleden ervan overtuigen dat ze legitieme kwesties aan de orde stellen. Deze religieuze monsters verbergen zich vaak tussen hun bondgenoten… ze intimideren openlijk elke oppositie door duidelijk te maken dat ze vies zullen vechten en elke tactiek te gebruiken om hun doelen te bereiken. Vriendelijke en vredelievende kerkleden worden snel buitenspel gezet door dergelijke bedreigingen” [..] “Klinisch gezien… ze kunnen verschillende persoonlijkheidsstoornissen hebben… asociaal, borderline, paranoïde, narcistisch… driftbuien om hun egoïstische doelen te bereiken. Ze hebben geleerd hoe ze kunnen afleiden, verwarren, liegen en verleiden om de kwetsbaren schade toe te brengen.”

Dr. Greenfield.

Hoe gaan ze te werk?

1. ze ‘bewijzen’ hun standpunten door feiten onjuist weer te geven of te verdraaiien;

2. ze zijn ‘hyper-sensitief’. Eén woord kan door hen totaal uit zijn verband worden gerukt en tegen iemand gebruikt worden;

3. ze zijn niet tevreden te stellen. De eisen, wanneer er aan voldaan wordt, worden telkens bijgesteld – er volgen nieuwe eisen waaraan voldaan moet worden;

4. pogingen hen tegemoet te komen of tevreden te stellen worden gezien c.q. opgevat als een aanmoediging om méér eisen en wensen op tafel te leggen totdat hun slachtoffer ‘het veld ruimt’ omdat die onmogelijk nog kan voldoen aan de (nieuwe) eisen;

5. meestal heeft de antagonist een diepgewortelde woede tegen God. Dat is paradoxaal immers: het zijn vaak hele ‘vrome’ mensen!? Maar het is de enige verklaring waarom deze mensen júist de mensen aanvallen die het werk van de Here doen;

6. het zijn egoïsten. Alles wat telt is hun eigen ‘ik’ tevreden stellen – zij willen vaak de plaats innemen van de persoon die ze aanvallen of deze persoon ‘van zijn/haar plaats stoten’ omdat ze honger hebben naar controle over anderen, macht, status en autoriteit. Daarmee hebben ze dus ook een onjuist beeld van gezond geestelijk leiderschap;

7. alle aanvallen zijn destructief, niet constructief.

Paulus noemde ze ‘grimmige wolven die de kudde niet zullen sparen’ Hand. 20:29.

Activisten

We moeten deze mensen niet verwarren, overigens, met activisten. Activisten zijn mensen die bijvoorbeeld een maatschappelijk doel nastreven zoals bijvoorbeeld de ‘pro-life’ activisten. Echter, wanneer dergelijke activisten van een geestelijke leider activisme gaan eisen kan het probleem hiervoor weer ontstaan.

Zo heb ik in een gemeente wel eens meegemaakt dat er ‘pro-Israël’ activisten waren. Die vonden, dat was hun klacht, dat de predikant “te weinig over Israël sprak”. Uiteindelijk werd die klacht groter gemaakt als in “omdat hij geen zicht heeft op Israël is hij ongeestelijk”. Dat werd dan weer “een probleem” want zo iemand was “ongeschikt” een gemeente te leiden, enz. Zo werd het activisme het onvrede-vehikel van de antagonisten en werden de activisten en antagonisten ‘bondgenoten’.

In een gemeente kan er zó veel mis gaan op dat punt! Het is allemaal héél oneigenlijk wat men doet, maar krijg er maar eens een vinger achter! Toch moeten wer opmerkzaam zijn op dit gedrag en er tegen optreden vóór het te laat is!

Er zijn twee soorten van onrecht: de eerste is te vinden bij hen die een ander verwonden, de tweede bij hen die falen een ander te beschermen tegen verwonding terwijl dit binnen hun macht lag”
Cicero

Het enige dat nodig is om het kwaad te laten zegevieren, is dat goede mensen niets doen.
Edmund Burke.

Vrije tijd

Een schrijver merkt op dat het opmerkelijk is dat de slachtoffers, de geestelijke leiders, vaak hun handen vol hebben aan het leiden van hun gemeente of organisatie terwijl de antagonisten ‘zeeën van tijd hebben om hun plannen te smeden’.

De antagonist waren meestal gepensioneerden … met veel vrije tijd …, de antagonisten hadden alle tijd om hun strategie te plannen, hun supporters te organiseren, geheime ontmoetingen te houden met hun vrienden en vele uren door te brengen met het bellen van mensen om bijeenkomsten en vergaderingen voor te koken”

Ik heb dit gezien in de prakijk. In een gemeente die ik ken was er een man die altijd zat te ‘stoken’. Hij had altijd tijd voor een ‘praatje’, ‘even koffie doen’. Hij was namelijk afgekeurd. Hij had een zee van vrije tijd en benutte die niet ten goede. Het zijn deze mensen die alle energie uit een predikant of voorganger kunnen zuigen, hen verzwakken en toeslaan op het moment dat ze hun kans schoon zien. Zoals het spreekwoord zegt: “Ledigheid is des duivels oorkussen”.

Bijbelse voorbeelden

Geopende BijbelWe zagen hier eerder al een aantal bijbelse referenties. Er zijn ook overduidelijke voorbeelden in de Bijbel te vinden. De meest bekende is wel Judas Iskariot. Hij probeerde het werk van de Here Jezus te gronde te richten door hem te verraden. Zodat de Here gedood werd aan het kruis.

De ‘antagonist’ Judas dacht daarmee zijn doel bereikt te hebben. Maar hij betaalde zelf een hoge prijs en pleegde zelfmoord. Uiteindelijk richt een antagonist zichzelf te gronde. Maar in de val worden héél veel goede mensen mee ten gronde gericht.

In 2 Korinthe 11:13-15 schrijft Paulus het volgende:

13 Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. 14 Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. 15 Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.

Hij maakt het heel duidelijk wie zij dienen: de satan, de ‘tegenstander’ oftwel: antagonist.

Nog een Bijbels voorbeeld is Diotrefes. Waarvan Johannes zegt:

9 Ik heb aan de gemeente een en ander geschreven; maar Diotrefes, die onder hen de eerste tracht te zijn, ontvangt ons niet. 10 Daarom zal ik, als ik kom, herinneren aan zijn werken, die hij doet, daar hij met boze woorden tegen ons zwetst; en hiermede nog niet voldaan, ontvangt hij zelf de broeders niet en weerhoudt ook hen, die het wel willen doen, en hij werpt hen uit de gemeente.

Hoe om te gaan met Antagonisten?

Hoe moet je omgaan met mensen in de gemeente of kerk die duidelijk er op gericht zijn de geestelijk leiders te beschadigen?

Een praktische tip: komt iemand bij je en begint deze persoon met beschuldigingen aan het adres van een leider in de gemeente zet dan het gesprek stop. Zeg eenvoudigweg: “Voor je verder gaat, laten we de broeder bellen en uitnodigen deel te nemen aan dit gesprek”. Je zult zien dat de beschuldigingen metéén worden ingetrokken en/of dat de ‘aanklager’ zelfs boos vertrekt!

Een andere tip: zeg tegen de ‘aanklager’ dat hij of zij het verhaal op papier moet zetten, onder eigen naam uiteraard, en dat het dan voorgelegd kan worden aan de gemeente. Dat is (ook) Bijbels.

De Bijbel stelt stelt namelijk grenzen aan de kritiek op geestelijk leiders zoals een predikant. Paulus gaf Timoteüs de opdracht: ‘accepteer nooit enige beschuldiging tegen een oudste (opziener, predikant), behalve op basis van het bewijs van twee of drie getuigen. Wat betreft degenen die volharden in zonde, bestraf hen in het bijzijn van allen, zodat ook de anderen in angst kunnen staan. 1 Timoteüs 5: 19-20.

Gerechtvaardigde beschuldigingen moeten ondersteund worden door twee of drie getuigen, en moeten duidelijk door de kerk als zondig gedrag worden erkend. Dus geen roddel en achterklap, geen insinuaties, geen uit zijn verband gerukte uitspraken. Het moet gaan om zondige gedragingen. Gedragingen dus die ook relevant zijn op het moment van de ‘aanklacht’.

Als niet aan deze criteria wordt voldaan, impliceert Paulus dat de aanklager moet worden berispt wegens het overtreden van schriftuurlijke, Bijbelse, normen.

Online aanklagers

Een verschijnsel van de laatste decennia zijn de online aanklagers. Er zijn heel veel websites die zichzelf tooien met de term ‘Discernment’-sites.

Wat mij opvalt is dat dergelijke sites vaak gerund worden door mensen die je zou kunnen typeren als (gematigde) antagonisten. Vaak met een pen in azijn gedrenkt, ontevreden over welke gang van zaken ook, zeer negatief over van alles. Hun invloed is vaak groter dan gedacht. Hun artikelen vinden aftrek binnen kerken en gemeenten en vallen in goede aarde bij ontevredenen en worden voor deze ontrevredenen ‘munitie’ om binnen de gemeenten relletjes te veroorzaken.

Natuurlijk is het een Bijbelse opdracht de geesten te onderscheiden. En het is tevens een Bijbelse opdracht om dwalingen te benoemen. Maar laten we er voor waken om zuur en venijnig te worden. Elkaar in liefde onderwijzen en terecht wijzen is iets anders dan de vuilspuiterij die helaas online veel voorkomt. Goede discernment, onderscheid der geesten, gebeurt binnen het Bijbels-gemeentelijke kader, zie eerdere aanhaling van 1 Timoteüs 5.

_______

Best practices voor leiders

Hoe voorkom je dat je als leider het slachtoffer wordt van antagonisten? Prof. Reyenga heeft zelf verschillende kerken en gemeenten geleid en heeft ook de nodige ervaring op dit gebied opgedaan. Hij geeft het volgende aan tips, voor als je gevraagd wordt leiding te geven in- of aan een gemeente of groep:

1. Accepteer geen beroep van een kerk zonder de totale “buy-in” van de belangrijkste leiders. Zij zijn het immers die, ingeval er een ‘antagonist’ opstaat je moeten steunen en je leiderschap verdedigen.

2. Ga geen bouwprojecten leiden. Dat stelt je bloot aan buitensporige risico’s. Dat is de taak van de gemeente en de door hen gekozen raad – daar in stappen kan leiden tot grote financiële problemen in een kerk waar je als predikant op afgerekend gaat worden. Daarnaast zal je dan regelmatig bij de gemeente moeten aankloppen en ‘bedelen om geld’. Of zelfs in je prediking daar aandacht aan moeten gaan besteden! Geld (geldzorgen!) en geestelijk leiderschap moeten niet met elkaar verbonden worden. Het beste is om door de gemeente een speciaal hiermee belast team te laten samenstellen en je er als geestelijk leiderschap verre van te houden.

3. Stel een raad samen met de leiders van de kerk, en zorg er voor dat ze zich bewust te zijn van de geestelijken-moordenaars, de antagonisten.

4. Blijf je leiderschap ontwikkelen.

5. Zoek ervaren voorgangers en mentoren (andere gemeenten) om je te helpen. Als geestelijk leider moet je samen met anderen ervaringen kunnen delen. Je kunt zelf dat allemaal niet dragen.

6. Identificeer mogelijke “verdeeldheid wekkende mensen” en behandel problemen zo snel mogelijk. Laat zaken niet voortsudderen binnen een gemeente maar pak het aan.

7. Leer hoe je problemen kunt verwachten, bespreek ze, vergeef snel, leer onderweg en wees veerkrachtig.

8. Doe een bijbelstudie met de gemeente over onenigheid direct wanneer u begint en ontwikkel een plan om met onenigheid om te gaan, mocht dit zich voordoen.

Bronnen:

Clergy Killer – Prof. Henry Reyenga
Soul Hydration 4 emerging leaders (auteur onbekend)
Dr. Guy Greenfield, The Wounded Minister (online samenvatting)

 

Print Friendly, PDF & Email